Puntentelling

 

Met ingang van 2014 luidt de puntentelling voor het clubkampioenschap als volgt:

 

Voor iedere zondag waarop een rit is gepland krijgt men bij deelname 6 punten. Daarbij moet de rit wel minimaal voor 75% van de afstand zijn meegereden. Zo niet dan wordt het aantal deelnamepunten gehalveerd. Het is aan de leden van de rittencommissie om dit te beoordelen en mee te nemen in de puntentelling. Er zijn 3 ritten boven de 100 km. Deze leveren 3 extra punten op. Ook tijdritten leveren 6 punten voor deelname op. Als tijdritten geen doorgang vinden op de geplande zondag wordt door de rittencommissie indien mogelijk een andere datum voor de tijdrit vastgesteld.

De punten, die op basis van de wielerkalender behaald kunnen worden, worden bij elkaar geteld. Van dit getal worden alleen de punten afgetrokken van ritten die door het bestuur zijn afgelast.

Van het maximaal aantal punten, dat in een seizoen verdiend kan worden, worden 30 punten (gelijk aan 5 snipperdagen) afgetrokken. Het getal, dat op die manier wordt verkregen is het aantal punten, dat maximaal meetelt voor het kampioenschap. Heeft men in een seizoen meer punten behaald, dan worden die “meerpunten” niet meegerekend.

Er zullen 2 persoonlijke tijdritten en 1 koppeltijdrit op gemiddelde snelheid worden gereden. De gemiddelde snelheid mag men zelf bepalen. De winnaar van de tijdrit krijgt 10 punten, de tweede 9 punten, de derde 8 enz. Bij de koppeltijdrit is dit voor de winnaars 10 en zo met 2 aflopend naar 2 punten naar het koppel dat 5e is geworden.

De punten, behaald in de tijdritten, worden pas bekend gemaakt bij het huldigen van de clubkampioen. Deze extra punten uit de tijdritten worden bij het aantal punten geteld, dat men in het seizoen heeft behaald.

 

Maximaal te behalen punten:

32 ritten * 6 punten = 186 -/- algemene korting  = 162 punten

Deelname 3 lange ritten extra 3*3 punten = 9 punten

Eerste 10 van tijdrit 10 aflopend naar 1 cq 2 punt (en) = 30 punten

 

Totaal = 201 punten